"Slotwoord"
Samen liepen wij onder de sterrenhemel, samen hoorden wij het klaaglijk roepen van de uil. Samen zagen wij de eerste zonnestralen op de toppen van de bergen, samen waren wij stil.
Oneindige keren liepen jij en ik op onherbergzame paden in donkere uren, zo donker dat ik zelfs het witte puntje van je staart niet meer zag. Maar altijd voelde ik dat jij nabij was, waar ik ook liep, waar ik ook heen ging.
Samen liepen wij onder de sterrenhemel, samen hoorden wij het klaaglijk roepen van de uil. Samen zagen wij de eerste zonnestralen op de toppen van de bergen, samen waren wij stil.
Oneindige keren liepen jij en ik op onherbergzame paden in donkere uren, zo donker dat ik zelfs het witte puntje van je staart niet meer zag. Maar altijd voelde ik dat jij nabij was, waar ik ook liep, waar ik ook heen ging.